Opnieuw een mijlpaal voor internetbank Bunq. Het bedrijf van IT-ondernemer Ali Niknam breidt uit naar 22 nieuwe landen. Gebruikers in 30 Europese landen kunnen nu een rekening openen.
Bunq zet ook de eerste stap buiten de Europese Unie: in Noorwegen en IJsland biedt de online bank nu zijn diensten aan.
Het in 2012 opgerichte Bunq wil zich onderscheiden op het gebied van privacy en dienstverlening. Niknam profileert zijn bedrijf als IT-platform voor digitaal bankieren, waarmee klanten alles regelen met een app en de IT-systemen via zogenoemde API’s zijn opengezet voor andere programmeurs om bijvoorbeeld de rekening aan een boekhoudpakket te koppelen.
De jonge bank begon eenvoudig met alleen een app, maar heeft het aantal diensten de laatste jaren uitgebreid met onder meer een spaarrekening en een travel card. Daarbij luistert Bunq goed naar wat de community wil.
Het aantal klanten houdt Bunq geheim, net als de omzet. Maar duidelijk is wel dat de onlinebank drijft op de inkomsten van gebruikers. Particuliere klanten betalen 7,99 euro per maand voor een premium-account en een zakelijke rekening kost maandelijks 9,99 euro.
De inkomsten van gebruikers kwamen in 2018 uit op 3,1 miljoen euro, ruim vier keer zo veel als een jaar eerder. Deel je dat bedrag door de jaarlijkse kosten van een Bunq-rekening, dan kom je uit op zo’n 30.000 betalende klanten.
Het bedrag dat de bank in bewaring heeft, verdubbelde vorig jaar tot 211 miljoen euro. Bunq blijft dus flink groeien. Daarmee ligt de 38-jarige Niknam nog steeds op koers om zijn droom waar te maken: uitbreiden naar de VS.